hoogstamboomgaard


Fruit oogsten en bewaren

 

Oogsten

Fruit dat je zo lang mogelijk wilt kunnen bewaren moet niet te rijp geplukt worden, maar de vruchten moeten wel goed los willen laten.
Wanneer de rijpste exemplaren beginnen te vallen is het meestal het geschikte moment om het bewaarfruit te plukken.
Pluk niet met lange nagels, gebruik dan liever katoenen handschoenen; knijp niet in het fruit;
maak de plukzak of mand niet te vol; leg een doek in een tenen mand zodat de ribbels niet in het fruit drukken;
stort het fruit niet ruw uit de plukzak;
kortom- behandel de vruchten alsof het broze eieren zijn!
Kies voor het bewaren evenredig ontwikkelde vruchten die al enigszins op kleurbeginnen te komen.
Uitzonderlijk grote vruchten zijn meestal korter houdbaar; nog te onrijpevruchten komen niet meer op smaak.
Zorg dat de steeltjes blijven zitten, een afgetrokkensteeltje veroorzaakt op den duur uitdroging of rot, vooral peren zijn daar gevoelig voor.
Plukken doe je door de hele vrucht (losjes) met je hand te omvatten en deze opwaarts(of zijwaarts) te knikken tot het steeltje van de zetting knikt.
Bij peren moet je vaak ook het steeltje vasthouden omdat het (te) makkelijk losgetrokken wordt.
Pluk bij voorkeur midden op de dag, bij droog weer.
Breng nooit ‘warm’ fruit meteen naar de opslag, maar laat het liefst eerst een nacht afkoelen.
Snij ter controle wat vruchten middendoor.
Vooral bij appel- of perenrassen diegevoelig zijn voor stip of ‘buikigheid’ is het nuttig om te kijken of de vruchten bewaard kunnen worden.
Het klokhuis moet gaaf zijn met glanzende pitten.

 

Bewaren

Appels en peren wordt het beste bewaard in een donkere koele ruimte bij een graad of 4 C maximaal.
Na de oogst de vruchten goed op insecten, schimmels en andere aantastingen onderzoeken, niet wassen en alleen het mooie fruit opslaan,
de anderen verwerken tot jam, gelei, sap , en moes.
Het meest ideale is elke vrucht te omwikkelen met een stuk papier.



Leg ze anders los van elkaar. Controleer het fruit regelmatig en verwijder te rijp en aangetast fruit meteen.
Afhankelijk van het ras kunnen appels wel tot april bewaard blijven.

Mocht u toch nog wat fruit aan de boom hangen, dan even kort een plukadvies.
Herfst- en bewaarappels en peren kunnen volop worden geoogst.
Dit is een voorzichtig karweitje, Vruchten die u wilt bewaren moeten puntgaaf zijn; er mag geen enkel butsje, krasje of plekje op zitten.
Uiteraard mogen ze ook niet aangetast zijn door insekten.
Vruchten die buiten bewaard worden, worden heel gauw aangetast door dierenvraat.

Bewaar fruit niet in een ruimte samen met groente of aardappelen. Het bederft dan sneller.

Plastic zakken (reukloze polyethyleen zakken van 0,03 à 0,05mm dikte met een 4 tal gaatjes erin geprikt).

Controleer, zeker de eerste weken op aantasting. ledere aantasting kan vruchtrot geven.
Belangrijk bij bewaarfruit is,dat het op het juiste moment is geoogst- en met zorg behandeld wordt.
Daarbij heeft elk ras z’n eigen pluktijd en rijpings- en gebruikstermijn.

Inkuilen

Leg een laag stro op de grond en spreid daarop appels.
Daarop leg je weer een laag stro wat je als een dakje naar beneden laat lopen voor de regen.
Dek het geheel af met aarde. Plaats om de meter een paal, die je als de aarde geplaatst is weer weghaalt, en stop kleine takjes in het gat.
Zo kan de hoop blijven ademen. Als het vriezen gaat stop je de gaten dicht met een prop krantenpapier.
Zorg ervoor dat je de kuil maar één keer per maand hoeft open te maken.
Bewaar de maandvoorraad in een kist met vochtig scherp zand in de schuur.

 

Terug